Medio december vorig jaar begon de tweede lockdown; een ervaring die we samen delen maar die ieder op zijn eigen wijze beleefd. Hoe beleeft een koning, die vrijwel direct na zijn ambtsaanvaarding erin opgesloten zit, de lockdown. Deze vraag stond centraal in een babbel met Dirk van Kollenburg, sinds eind september 2020 onze koning.

“Ik heb nog steeds niet het gevoel koning te zijn van gilde St. Sebastiaan. Mijn koningsoutfit heb ik nog niet een keer gedragen, want na het koningschieten, zo’n 5 maanden geleden alweer, zijn er geen activiteiten geweest waarbij het dragen van vol ornaat gewenst is. Gelukkig herinnert koningsdeken Rogier Willems mij er aan door me telkens met de titel koning aan te spreken. Denk mede daardoor regelmatig: o ja, ik ben koning. Dan leeft trots weer op. Tegelijkertijd voelt het allemaal onwerkelijk. Ik realiseer me dat het bijzonder is om onder deze beroerde omstandigheden koning te zijn. Dat vergeet je nooit meer.”

Met deze woorden zette de koning zijn beleving van het koningschap onder de strenge coronamaatregelen uiteen. Kraakhelder. Somber? In de verste verte niet. Hij zegt blij te zijn met de sociale media. Het zijn belangrijke wegen om contact met vrienden en broeders te houden, zonder onvoorzichtig te zijn. Langs die weg ontstaan ook initiatieven om het broederschap in het gilde op te schudden, te laten herrijzen uit de leegte als gevolg van de lockdown. Op dit moment wil de koning er verder niets over zeggen. Wordt vervolgd dus.

Onlangs is het proces naar zijn koningschild van de ontwerpfase overgegaan naar de productiefase. “Ik zal blij zijn mijn schild te kunnen aanbieden aan mijn broeders. Het is een blijvend bewijs van mijn koningschap”, aldus koning Dirk. Verder blijkt dat hij uitkijkt naar de  overheid- en ledenvergadering waar hij voor de eerste keer aan de overheidstafel zit. Er is een gezonde nieuwsgierigheid naar de gang van zaken bij het ‘hoog’.

Plezier maken en reizen

“Plezier. Daar gaat het om in het leven”, stelt onze koning. Binnen en buiten het gilde. Plezier maken samen met Marloes en de hond, een labrador, die net voor de eerste coronagolf bij hen in de kost is gekomen. Plezier maken zou volgens de koning, een verklaring kunnen zijn voor zijn geringe spaardrift. Reizen is een geliefde bezigheid waaraan helaas nu geen invulling is te geven. Steden en het leven daarin ontdekken. Londen is favoriet. “Sport hè, daar houd ik van“. En Engeland is een en al sport: voetbal, rugby, golf, of cricket. Alles ademt daar sport.

Het enthousiasme gaat in de hoogste versnelling als hij verhaalt over de reis naar Nieuw-Zeeland, land van de All Blacks, het nationale rugbyteam en van de Haka, de traditionele maoridans. Het land waar ‘De Gouw’ is neergezet, het leefgebied van hobbits; het dorp met de Efteling-achtige huisjes waar de film ‘In de ban van de ring’ start. Ze staan er zeker al vanaf 2000, weet de koning uit eigen waarneming.

Behalve van zijn reizen maakt koning Dirk ons deelgenoot van een andere liefhebberij, eentje die gildebroeders smakelijk in de oren zal klinken. Speciaalbier proeven. Dit doet hij regelmatig met een vriend. Bij deze hobby komt de mogelijkheid van onlinebestellen mooi uit. Met een brede grijns: ” Deze hobby leidt de laatste tijd tot grotere gezinsuitgaven”.

Werk als ZZP’er

Visuele communicatie vergt veel tijd. Dat is zijn werk dat hij doet als zzp-er. Voor veel zzpers is het een lastige periode. Gelukkig blijkt de koning weinig reden tot klagen te hebben. Toen ik koning schoot waarschuwden ze mij voor de tijd die de invulling zou gaan kosten. Nu denk ik: ik zou willen dat het veel tijd vraagt.

Op de vraag wat het gilde fantastisch maakt, antwoordt hij: “Gelijkheid, geen onderscheid op grond van wat dan ook. Dat maakt ons een broederschap”. Deze kernachtige uitspraak doet denken aan het liedje van vader Abraham, je weet wel van: “Daar in het kleine café ……. daar telt je geld of wie je bent niet meer mee”.

Zouden ze daar in dat kleine café  pubquizen houden. Handel koning.